Tag archieven: tot slaaf gemaakten

Sint Maarten (Antillen) en het slavernijverleden

In het Nationaal Archief worden belangrijke registraties bewaard met betrekking op het Nederlandse slavernijverleden.
Voor wat betreft het Antilliaanse eiland Sint Maarten attenderen we op twee bronnen.

(Verzuim niet op de overzichtspagina van St. Maarten te kijken! Hier ook een overzicht van de ontsloten registers van de burgerlijke stand, met name van het Franse gedeelte.)

1. De openbare verkopingen van slaven (1820-1829 en 1831-1836).

Een bron die is ontsloten, is het publicatieboek van de vendumeester uit de periode 1820-1836.
Hierin staan o.a. de bekendmakingen geregistreerd van aankomende veilingen van slaven, soms gecombineerd met de verkoop van (onroerende) zaken.
Inmiddels zijn we begonnen met het ontsluiten van het kwitantieboek van de vendumeester, 1816-1831. Dit bevat kwitanties wegens uitgekeerde veilingopbrengsten, o.a. bij de verkoop van slaven.

2. De afschaffing van de slavernij, 1863.

Toen de wet op de afschaffing van de slavernij in augustus 1862 werd vastgesteld, werd de vergoeding van de slavenhouders (“eigenaars”) vastgesteld. Zij raakten immers door overheidshandelen hun “eigendommen” kwijt.

De slavenhouders in de Nederlandse koloniën in West-Indië (Suriname en de Antilliaanse eilanden Curaçao, Aruba, Bonaire, Saba, St. Eustatius en St. Maarten) moesten opgave van hun slaven doen. Deze zijn voor Sint Maarten grotendeels, bewaard gebleven. Helaas is de daarop vervaardigde toegang erg op elke individuele persoon gericht. De context – zoals de hoeveelheid slaven van verschillende eigenaren, de herkomst van de eigenaren, e.d. – raakt daardoor wat uit het zicht.

Schouten1830
Diorama van een du, dansfeest op de plantage, Gerrit Schouten, 1830. (bron: Rijksmuseum Amsterdam)

Dit materiaal is nu op een andere manier toegankelijk gemaakt, voor zover het Sint Maarten (Nederlandse gedeelte) betreft. (In de Franse koloniën, dus ook in het Franse deel van het eiland, was de slavernij al in 1848 afgeschaft.) Aan de lijst (in nummervolgorde van de “borderellen” (d.w.z. ongeveer alfabetisch per slavenhouder) zijn indices op (o.a. voor)namen toegevoegd, omdat veel slaven alleen onder hun (nieuwe) voornaam bekend waren. Tevens is aandacht besteed aan de bijlagen die soms bij een dossier zijn aangetroffen.