Tag archieven: rechtspraak

Criminele vonnisboeken Gouda nu toegankelijk via deze site

Ook diverse andere Goudse bronnen inzake rechtszaken (strafrecht en civiel recht) zijn nader toegankelijk gemaakt.

Geruime tijd geleden heeft drs. C. Doedeijns de in het Goudse archief bewaarde criminele vonnisboeken uit de periode vóór 1811 toegankelijk gemaakt.
Een buitengewoon belangrijke (en interessante!) bron voor (rechts)historici en anderen.
Wij wensen de gebruiker veel succes bij het doorwerken van deze bronnen.
Naar de toegang

In de jaren 1980 heeft een groep mensen na afloop van de cursus paleografie zich ingespannen om een grote hoeveelheid juridisch materiaal dat in het Goudse archief wordt bewaard, via uittreksels toegankelijk te maken. Het gaat om de zogenoemde kamerboeken van politiemeesters uit de periode 1620-1780 (met diverse hiaten). Daarin werden de beschikkingen (besluiten, vonnissen) genoteerd van drie leden van de vroedschap die zich met kleine geschillen bezighielden (ruzies, betaalachterstanden, e.d.)
Dit zijn interessante bronnen voor (rechts)historici, maar ook voor mensen die geïnteresseerd zijn in de “stedelijke samenleving in het klein”.
Er zijn op deze uittreksels helaas geen indices op persoonsnamen beschikbaar.
Naar de toegang

Ook het examinatieboek van de baljuw (verhoren) over de jaren 1700-1732 is toegankelijk gemaakt. Het is “smullen” van de daarin opgetekende bekentenissen en getuigenissen, maar schrikken van de barbaarse vonnissen die werden uitgesproken. Ook hier geen indices beschikbaar, maar u kunt uiteraard zoeken in de pdf via de toetscombinatie Ctrl + f.
Naar de toegang

Meer rechtsbronnen, maar dan uit de periode 1811-1838, vinden we in de uittreksels uit akten en vonnissen van het vredegerecht Gouda.
Naar de toegang

straf
GLAS 1
Glas 1 in de Sint-Janskerk te Gouda (detail): Vrijheid van Geweten, ca. 1568-1595 (Pieter Tanjé, naar Julius Caesar Boëthius, naar Joachim Wtewael, naar Adriaan Gerritsz de Vrije, 1738 – 1754) (bron: Rijksmuseum Amsterdam)

Rutte-doctrine doorgedrongen tot rechtbanken

Het is wonderbaarlijk snel gegaan met de Rutte-doctrine. Een goede advocaat in strafzaken weet dat te benutten.

Een verdachte van een misdrijf of overtreding kan zich tegenwoordig beroepen op twee belangrijke uitgangspunten:

  1. hij (zelden: zij) heeft geen actieve herinnering aan het hem ten last gelegde;
  2. hij verwacht (eist) een geheel zwart gelakte aanklacht, of lakt desgewenst zijn bekentenis zwart.

Dit alles met verwijzing naar het navolgbare voorbeeld dat onze eerste minister voortdurend geeft.

Inmiddels is er een slimme advocaat die een heel andere route bepleit voor zijn cliënten. Ben je buitenlander (bij voorkeur Mexicaan), en op grond van verdenking van drugskokerij opgepakt, dan behoor je als asielzoeker te worden erkend. Bovendien zou dat uitstekend passen in het langjarige streven van de regering om Nederland als kennisland te promoten. Iedereen die hierheen komt om zijn (of haar) specialistische kennis te delen, of het nu gaat om Chinezen die ons kunnen leren spioneren of Mexicanen die ons leren drugs te koken, dient met open armen te worden ontvangen.

Natuur in de beklaagdenbank

Naar analogie van de reactie van de Nieuwzeelandse overheid op de recente vulkaanuitbarsting op White Island, wil nu ook Indonesië een strafrechterlijk onderzoek beginnen naar de oorzaak (oorzaken?) van de tsunami van kerst 2004.

De provincie Atjeh heeft hierop aangedrongen, en eist dat het daaruit voortvloeiende proces voor een sharia-rechtbank zal worden gevoerd. Over de te eisen strafmaat valt nog niet veel te zeggen – schriftgeleerden zijn al enkele dagen bezig daarover de Quran uit te pluizen. Wel is het duidelijk dat de natuur als meest voor de hand liggende verdachte in de beklaagdenbank zal komen te zitten.

Inmiddels heeft ook het Indonesische leger zich niet onbetuigd gelaten en is voorstander van het instellen van een bijzondere ereraad, die zich over deze kwestie moet buigen. Naar goed gebruik zou deze moeten worden geleid door een militair, omdat nu eenmaal de krijgsmacht de meeste ervaring heeft met opstandige elementen.

NSB’ers zouden nu vrijuit gaan

Met de kennis van nu had na 5 mei 1945 de NSB’ers “geen ernstig verwijt” kunnen worden gemaakt. Immers, hun daden “paste(n) in de geest van die tijd“.
(De citaten stammen uit het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland in een zaak tegen de voormalige bestuurders van het ROC Leiden, die “onverantwoorde risico’s” namen, en zijn te vinden in De Volkskrant van 1 maart 2018.)

Het is duidelijk, achteraf bezien valt Anton Mussert c.s. weinig te verwijten inzake hun handelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De begane misdrijven pasten volkomen in de geest van die tijd.

Ja, zo lusten we er wel suikerbietenpap van, met als voorafje uiteraard een bloembollenpastei op een bedje van raaigras.