Op Goede Vrijdag 2 april 2021 kraaide in Den Haag de haan al omstreeks 03.00 uur, nogal vroeg voor de tijd van het jaar. (Sommigen menen dat hij zelfs driemaal kraaide, maar dat geheel terzijde. )
Opnieuw ontkende hij onder ede: “Ik ken die man niet.” (Matteüs 26: 69-75 in de Willibrordvertaling (herziene editie 1995))
Gode zij dank had Jezus Christus hieraan wel een actieve herinnering. Of is dit P.O. (per ongeluk) in het evangelie terecht gekomen?
Het is wonderbaarlijk snel gegaan met de Rutte-doctrine. Een goede advocaat in strafzaken weet dat te benutten.
Een verdachte van een misdrijf of overtreding kan zich tegenwoordig beroepen op twee belangrijke uitgangspunten:
- hij (zelden: zij) heeft geen actieve herinnering aan het hem ten last gelegde;
- hij verwacht (eist) een geheel zwart gelakte aanklacht, of lakt desgewenst zijn bekentenis zwart.
Dit alles met verwijzing naar het navolgbare voorbeeld dat onze eerste minister voortdurend geeft.
Inmiddels is er een slimme advocaat die een heel andere route bepleit voor zijn cliënten. Ben je buitenlander (bij voorkeur Mexicaan), en op grond van verdenking van drugskokerij opgepakt, dan behoor je als asielzoeker te worden erkend. Bovendien zou dat uitstekend passen in het langjarige streven van de regering om Nederland als kennisland te promoten. Iedereen die hierheen komt om zijn (of haar) specialistische kennis te delen, of het nu gaat om Chinezen die ons kunnen leren spioneren of Mexicanen die ons leren drugs te koken, dient met open armen te worden ontvangen.
van alles met archieven en taal