In december 1829 werd in Nederland in elke gemeente een volkstelling georganiseerd. De inwoners van een gemeente werden per huishouden in een vaste volgorde geregistreerd. In de steden betekende dat in volgorde van de wijken, in de dorpen doorgaans in volgorde van de huisnummers. (Waar vaak meerdere huishoudens per huis woonden, zijn de huishoudens niet altijd goed van elkaar te onderscheiden.) Per huishouden was de officiële volgorde: hoofd (in principe de getrouwde man, maar eventueel de weduwe of een ongetrouwde man), echtgenote, jongens en meisjes en eventueel inwonende personen (eerst mannen, dan vrouwen).
Behalve de burgerlijke staat (getrouwd, weduwe / weduwnaar, ongetrouwd), werden ook de leeftijd, het beroep, de geboorteplaats en de religie genoteerd.
Doordat gezinnen bij elkaar staan, biedt dit voor genealogisch onderzoek aardige aanvullende gegevens. Houd er rekening mee dat de nauwkeurigheid van de gegevens soms te wensen overlaat, bijvoorbeeld voor wat betreft de precieze spelling van voor- en achternamen en de exacte leeftijden.
Naar de toegang
Er is aan deze toegang nog een index op persoonsnamen toegevoegd, voorts een index op geboorteplaatsen (van de inwoners die niet in Z zijn geboren) en een frequentielijst van geboorteplaatsen van hoofden van huishoudens. Uit dit laatstgenoemde overzicht blijkt dat slechts ca. 40% van de hoofden van huishoudens in Z was geboren.