Naar analogie van de reactie van de Nieuwzeelandse overheid op de recente vulkaanuitbarsting op White Island, wil nu ook Indonesië een strafrechterlijk onderzoek beginnen naar de oorzaak (oorzaken?) van de tsunami van kerst 2004.
De provincie Atjeh heeft hierop aangedrongen, en eist dat het daaruit voortvloeiende proces voor een sharia-rechtbank zal worden gevoerd. Over de te eisen strafmaat valt nog niet veel te zeggen – schriftgeleerden zijn al enkele dagen bezig daarover de Quran uit te pluizen. Wel is het duidelijk dat de natuur als meest voor de hand liggende verdachte in de beklaagdenbank zal komen te zitten.
Inmiddels heeft ook het Indonesische leger zich niet onbetuigd gelaten en is voorstander van het instellen van een bijzondere ereraad, die zich over deze kwestie moet buigen. Naar goed gebruik zou deze moeten worden geleid door een militair, omdat nu eenmaal de krijgsmacht de meeste ervaring heeft met opstandige elementen.